In de Week van Gelijke Kansen richten we de schijnwerpers op het onderwerp kansengelijkheid onder jongeren in Nederland. Met een blik op de naderende Tweede Kamerverkiezingen vraagt JINC aan politieke partijen hoe zij dit onderwerp op hun agenda gezet hebben. Voor VVD gaat JINC in gesprek met Daan de Kort. Hij houdt zich als kamerlid onder andere bezig met armoedebestrijding en is nummer 24 op de kieslijst: ‘Het mag niet uitmaken waar je geboren bent, of dat in de stad of het dorp is, of welke straat dan ook.’ 
  
Gelijke kansen en inclusie 
‘Het is heel belangrijk dat we gelijkwaardige kansen voor iedereen creëren, zeker voor jongeren, want die hebben de toekomst. De VVD denkt dat het daarmee in Nederland op zich redelijk goed zit, maar het kan altijd nog beter. En het moet ook altijd beter.’  

‘Waar ik me met name op richt zijn inclusieve kansen. Dit is voor mij de reden geweest waarom ik juist bij de VVD actief ben geworden. Ik heb zelf een beperking en ik vind het heel belangrijk dat je ondanks je handicap – of misschien zelfs wel dankzij je handicap – andere talenten beter gaat ontwikkelen. Dat je ook mee kan doen, of het nu in het onderwijs is of later op de arbeidsmarkt. Maar ook op het gebied van sport en cultuur. Op dat gebied moet er nog veel gebeuren.’  

‘Ik denk dat we in het verleden te vaak voor gezinnen en voor jongeren wilden bepalen wat goed voor hen is. Ik merk dat dit nog steeds te vaak gebeurt. Bij jongeren met een beperking maar ook bij jongeren met een niet westerse achtergrond of een andere uitdaging in het leven. Mij werd, toen ik op vijftienjarige leeftijd nagenoeg blind werd, opgelegd dat ik naar het blindeninstituut zou moeten en dus niet naar het reguliere onderwijs. Op het moment dat je zo’n handicap krijgt, heeft dat al zoveel impact op je leven, dan wil je niets liever dan in jouw eigen, veilige en vertrouwde omgeving op de school in jouw gemeente blijven. Daarin moet je je eigen keuzes kunnen maken.’  

‘Ik vind het belangrijk dat scholen specifieke zorgvragen op maat aanpakken. De diversiteit van individuele zorgbehoeften maakt het lastig om dit in reguliere lessen te integreren. Daarom is samenwerking met gespecialiseerde partijen van groot belang. Bij kleinere zorgvragen kan de school mogelijk zelf voorzieningen treffen buiten de reguliere lesuren. Echter, bij grotere zorgvragen is samenwerking met specialisten zoals een dyslexiebureau of autismebegeleiding essentieel, afhankelijk van de aard van de zorgvraag.’ 

Lerarentekort 
‘Het lerarentekort is een groot probleem. Wij willen het voor studenten met name in de tekortsectoren aantrekkelijk maken om die kant te kiezen. Dan kan je denken aan de zorg maar ook de lerarenopleidingen. We hopen dat meer studenten die richting kiezen als we daar het collegegeld een stuk verlagen.’  

‘Deze oplossing heeft pas over vijf of tien jaar effect. Op korte termijn willen we het vak weer in het middelpunt plaatsten zodat docenten zich bezig kunnen houden met lesgeven. We streven ernaar dat docenten meer regie over hun vak voeren en minder bureaucratie ervaren. In de afgelopen jaren hebben we ook aanzienlijke inspanningen geleverd om de lonen te verhogen met als doel het vak aantrekkelijker te maken. Daarnaast proberen we natuurlijk te stimuleren dat je als docent meer overhoudt in je portemonnee als je meer gaat werken. Het is nu nog te vaak zo dat extra uren zwaar belast worden waardoor het minder aantrekkelijk wordt meer te gaan werken.’   

‘Ik denk dat we misschien te lang gedacht hebben dat dat het alleen draait om financiële middelen. Maar het is meer dan geld. Iemand die het beroep van docent kiest, doet dat heel bewust omdat hij of zij de volgende generatie, de toekomst, iets wil bijbrengen. We constateren dat de docent te weinig gelegenheid heeft gehad om zich werkelijk vakinhoudelijk te verbeteren en zich bezig te houden met zijn vak. Daarom leggen we nu meer nadruk op het bieden van die ruimte. Misschien zijn we hier te laat mee begonnen maar het is van groot belang dat we daar nu echt aandacht aan besteden.’  

Kwetsbare wijken 
‘Het lerarentekort moeten we overal aanpakken. Niet alleen wijken met een sociaaleconomische achterstand kampen met een lerarentekort. Voor kwetsbare wijken is het essentieel dat we investeren in de algehele structuur van de gemeenschap, waarbij we niet alleen de school, maar ook voorzieningen zoals maatschappelijk werk en de sportvereniging betrekken. Want die gemeenschap, die maak je met elkaar. Door actief op zoek te gaan naar die verbinding en daar financiële middelen voor beschikbaar te stellen, hopen we positieve effecten te bewerkstelligen.’  

‘Een concreet voorbeeld is schoolontbijt. We hebben gezien dat het voor steeds meer gezinnen moeilijk wordt om rond te komen. In kwetsbare wijken is dat al langer een probleem. Door geld vrij te maken voor schoolontbijt, zijn kinderen eerder op school en versterkt dit ook de binding met de school. Het is heel belangrijk om gezond de dag te starten, om überhaupt te ontbijten, wat ook helaas te vaak niet gebeurt, met name in die kwetsbare wijken.’  

Arbeidsmarkt  
‘Specifiek voor jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt willen we de no-riskpolis verruimen. Als kwetsbare jongere is de kans op uitval bij ziekte groter dan bij jongeren die deze kwetsbaarheid niet hebben. Daarom is een werkgever vaak minder snel geneigd om iemand met deze achtergrond een kans of een baan aan te bieden. Wij denken: als we dat risico op uitval nou niet bij de werkgever neerleggen, maar bij de overheid, dan krijgt deze jongere ook eerder een kans. Deze ruimere no-riskpolis zorgt ervoor dat jongeren ook eerder een kans kunnen pakken of bij een leerbedrijf terecht kunnen komen.’  

‘Waarin wij volgens mij onderscheidend zijn van andere partijen is onze sterke focus op het realiseren van een goede aansluiting bij de arbeidsmarkt, vooral in het domein van onderwijs en opleiding. Wij geloven heel erg in de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) trajecten. Niet voor elke jongere is het traditionele schoolsysteem het meest geschikte pad. Daarom hebben we aandacht voor meer ondersteuning voor zogeheten ambachtsscholen, oftewel de bedrijfsscholen. We willen meer geld vrijmaken zodat opleidingen en het mbo-aanbod beter aansluiten op de arbeidsmarkt. We willen bedrijven de ruimte bieden om als leerbedrijf te fungeren.’ 

Minimumloon 
‘We pleiten voor een hoger wettelijk minimumloon, maar we willen niet dat het jeugdminimumloon daarbij aansluit. Dit gaat dan namelijk om een forse verhoging en wij zijn bang dat jongeren dan hun studie niet afmaken. Het is verleidelijk om voor dat hogere loon te kiezen en te zeggen: laat die studie maar zitten. Later krijgen ze daar mogelijk vaak spijt van. Daarom willen we het minimumjeugdloon behouden, maar pleiten wel voor een hoger minimumloon.’  

‘We vinden dat de armoedeval nu nog te groot is. Wanneer je bijvoorbeeld een bijstandsuitkering ontvangt of als jongere thuis zit en dan weer de stap naar werk zet, hou je maar weinig extra over. Veel mensen denken dan: Ik kan net zo goed in deze uitkeringssituatie blijven zitten. Dat willen we niet.’ 

‘Wij willen daarentegen dat het in je voordeel is als je meer gaat werken. Juist bij mensen met een lager inkomen kun je met dit beleid de grootste stap maken. Wij willen wel echt dat je dit ook in je portemonnee merkt, want dat verschil is nu nog te klein. Voor mensen die echt niet mee kunnen komen, dien je natuurlijk voor een gepaste oplossing te zorgen. Het is goed dat we dit in Nederland goed geregeld hebben. Maar ik geloof dat iedereen dan ook zijn steentje, hoe groot of klein, kan bijdragen en talenten heeft. Een baan is veel meer dan alleen werk. Een baan leidt ook tot persoonlijke ontwikkeling, tot meer sociale contacten en tot meer levensgeluk. Ik weet zeker dat jullie jongeren hebben gezien die trots zijn dat ze hun talenten ontdekt hebben en meedoen.’

Lees ook de interviews met Jan Paternotte (D66), Esmah Lahlah (Groenlinks – PVDA), Anna Krijger (PvdD) en Bastiaan Meijer (SP).


De Week van Gelijke Kansen is een initiatief van JINC in samenwerking met Petje af, Stichting MOVE, Jong Ondernemen, SKB en Stichting Nederlands Debat Instituut.